VERSLAG 31 AUGUSTUS 1996, EXCURSIE TE FIETS.

Boven op de Kiltunnel wachtte een grote groep fietsers in de regen op enkele late deelnemers.

Tenslotte was de groep compleet (ruim vijftig personen) en begeleid door een motregentje werd de eerste informatie door Peter Pot gegeven over de ondertunneling van de Kil en de nooit doorgegane plannen om de Kil te overbruggen.

Hij gaf verder informatie over het Engelse kerkhof, waar ruim 700 Britse militairen, die op de Britse oorlogsschepen aan dysenterie waren overleden, in het jaar 1794 waren begraven.

We stapten weer op onze fietsen en na een paar honderd meter noordwaarts langs de Kil gereden te hebben, stapten we af. We keken naar een weide waarop zich een watermolen bevond. Peter deelde mee dat zich op deze plaats de 'Jodenwei' bevond, een naam die ontstaan was, omdat de wei in de 18e eeuw gekocht was door de echtgenote van Salomon Cohen.

Hij vertelde ook nog dat zich op die plaats, die aanmerkelijk in hoogte verschilde met de omringende landerijen, in de twintiger jaren van deze eeuw, een ijsbaan had bevonden. De wei was, vulde de heer A. den Hartog aan, in 1926 afgegraven ten behoeve van de dijkaanleg. Enige jaren heeft men op deze zeer laaggelegen plaats een ijsbaan gesitueerd.

Voort ging de tocht. Afgestapt werd bij het spui, waar Martin Tak, begeleid door hondengeblaf, informatie gaf over twee bollen, die aan weerskanten van de toegang naar de woning van mevrouw Heijkoop op muurtjes waren geplaatst en elk een wapenschild dragen. Die bollen zijn oorspronkelijk in de 16e eeuw gemaakt voor Alida de Rovere, echtgenote van Matthijs Berk. De wapenschilden behoorden tot de families Holy, Berk en Tak en waren afkomstig van de boerderij Iepenburg in de Mookhoek. De gebroeders de Groot die de boerderij Iepenburg bewoonden, namen de bollen, toen zij verhuisden, mee naar de Strijensedijk. Later werden de bollen begraven en nog later door de heer De Jong, schoolhoofd in de Mookhoek opgegraven en hier aangebracht.

De tocht voerde naar de Wacht, waar Peter Pot informatie gaf over het in de watersnood verloren gegane kerkje, dat behoord heeft aan de In-en Uitwendige Zending te Dordrecht. De heer Den Hartog vult de informatie aan met gegevens over aandeelhouders die het kerkje in bezit kregen.

Onder aan de dijk lieten we onze fietsen achter en gingen te voet verder over de Kildijk (Wachtdijk). Een 300 meter verderop stonden we stil bij enige stenen die voorheen het trapje hadden uitgemaakt van de Oude Wacht.

Nog 450 meter verder stuitten we op een hek. Daar stond de heer Piet Bijl ons op te wachten om ons te vertellen dat op deze plaats vroeger een buurtschapje was geweest, genaamd De Meerkoot, bestaande uit 8 huizen en een arkje, dat bewoond was door de jager Piet Korres. De heer Bijl legde uit dat de naam Meerkoot waarschijnlijk afkomstig was van Meerkade en via Meerkootennest veranderd is in Meerkoot. Hij stortte een grote hoeveelheid feiten over ons uit, vertelde van de geslachten die in het buurtschapje de Meerkoot hebben gewoond. Hij wees de lokaties aan van het Oude en het Nieuwe Wachthuis, van het Vuurbaken, van het Rooie Gat, van de Gleede, van de Triangel, van het fortje, van de aanlegsteiger van de Thor en de tolhuizen. Hij gaf informatie over watermolens en sluizen. Bij de aanleg van het sluisje bij de Meerkoot in de vorige eeuw werd een stortebed uitgegraven. Tijdens die graafwerkzaamheden vond men een rij geraamtes, waarschijnlijk Middeleeuwse militairen, keurig op een rij, niet in kisten.

Hij vertelde over de naamsoorsprong van de Meeuwesoordseweg en enige anekdotes over Gerrit de Jong.

De wandeling terug werd aanvaard, de fietsen werden weer beklommen en via de Platte Schenkel en Strijenseweg kwamen we op de Lange Dam. Daar stapten we af om door Inge van der Hoek genformeerd te worden over de lokatie van de Lange Dam in de Groote of Zuidhollandse Waard in de tijd voor de Elizabethsvloed van 1421 en ze informeerde ons over de inpoldering van de polder Nieuw Bonaventura.

Daarna fietsten we verder en stapten af bij de boerderij "Landzicht" op de Eerste Kruisweg. Hier vertelde Inge enige wetenswaardigheden over de stee, o.a. dat de eerste boerderij 'Landzicht', die verbrand is in de vorige eeuw, door burgemeester van den Sandheuvel van Dordrecht was gesticht en verpacht. Later kwam de boerderij in handen van de familie De Bruin. Via vererving kwam ook de naastgelegen boerderij Leeuwenstein in hun bezit. Samen werden de twee boerderijen in 1918 door vijf broers de Bruin in een burgerlijke maatschap geplaatst genaamd "Landbouw".

De heer Hannes Havelaar, die 52 jaar op deze boerderij heeft gewerkt, vertelde wat over de boerderij en over de familie De Bruin.

De huidige bewoner, de heer Henk Scheele, nodigde ons uit om de stal te bekijken. We konden binnengaan via de 'klinket', een deur in de deur. De stal bleek een enorm grote ruimte te zijn, vooraan voor koeien en achteraan voor paarden. De heer Scheele vertelde dat dit een van de laatste gemengde bedrijven in de Hoeksche Waard is.

Hij heeft de stal aangepast aan de huidige eisen, heeft muren uitgebroken en de ronde raampjes vervangen door grote ramen, op last van de melkfabriek, vanwege de kwaliteitseisen. De stal bezat voordien al een stuk betonnen vloer, dat gebruikt werd als dorsvloer. De heer Scheele heeft de ijsselsteentjes, die in het verleden de stalvloer vormden, vervangen door betonnen vloeren.

Hij toonde ons ook in de hoek van de paardenstal een welput, 3½ meter diep, waar het water vanzelf opwelt. Als de put leeggepompt wordt, is hij na een dag weer vol water.

Na al deze wetenswaardigheden te hebben opgenomen, verlieten we Landzicht, fietsen de Kruisweg uit tot aan de boerderij "Dordwijk", waar we welkom werden geheten door Erik Bijl, de huidige eigenaar, die de boerderij in een tuincentrum heeft veranderd. We kregen van de familie Bijl koffie en thee te drinken en aten er een versnapering bij, die geschonken was door ons lid A. Benders.

De heer Piet Bijl gaf informatie over de boerderij, de bewoners en gebeurtenissen, o.a. over Jan van Luchtenburg bijgenaamd Jan van de Ooievaar, omdat hij ervoor zorgde dat de ooievaars die op de boerderij hun nest hadden, verdwenen. Het nest waaide in 1918 door een storm van de boerderij af.

Op Dordwijk zijn, zovertelde de heer Bijl, ook verschillende ongelukken gebeurd. Zo werd de 13-jarige Jaantje Naaktgeboren in het jaar 1914 per ongeluk doodgeschoten door de ketellapper Pietje Puk, die gevraagd was een kat, die kuikens opvrat, dood te schieten.

In 1949 werd de melkboer Heimen Donker gedood door een stier of op de boerderij of in een hok achter de arbeidershuisjes even verderop.

De boerderijen Landzicht en Dordwijk zullen nog nader door de werkgroep monumenten worden beschreven.
Ga terug naar de index-pagina WvV-G BEZOEK OOK EENS ONZE SPONSOR: PUNTER.NET